Vrijdag geeft president Obama naar verwachting groen licht voor oliesancties tegen Iran. Maar onder welke omstandigheden hebben sancties de meeste kans van slagen?
Hoogleraar Internationale economie Peter van Bergeijk analyseerde 172 sancties
die na de Tweede Wereldoorlog zijn opgesteld. Sinds het einde van de Koude
Oorlog in 1989 nam het aantal opgelegde sancties flink toe, signaleert hij.
Maar nog altijd leidt minder dan de helft van de opgelegde economische
sancties tot gedragsverandering, blijkt uit onderzoek. De boycots die de
wereldgemeenschap oplegt, worden wel steeds effectiever.
“Ten tijde van de Koude Oorlog was het vaak niet mogelijk om de Russen en de
Amerikanen op één lijn te krijgen en zo een sanctie in te voeren. Nu de
verhoudingen verbeterd zijn, gaat dat een stuk makkelijker”, licht Bergeijk
toe. Toch zijn slechts twee op de vijf sancties succesvol.
Wederzijdse handel
Wat zijn de ingrediënten van een succesvolle boycot? Ten eerste is het belangrijk om een product in de ban te doen, dat internationaal veel wordt verhandeld. Als dat niet het geval is, zijn sancties al snel symbolisch. In zijn artikel op de website Voxeu noemt Bergeijk als voorbeeld de sanctie die Canada oplegde aan het apartheidsregime in Zuid-Afrika: het intrekken van landingsrechten. Na de boycot landde er geen enkel Zuid-Afrikaans vliegtuig meer in Canada, maar dat was voordien ook al niet het geval.
Van Bergeijk stelt dat wanneer de wederzijdse handel 10 procent van het
nationaal inkomen van een 'schurkenstaat' bedraagt, de kans op een
succesvolle boycot 50 procent is. Wanneer de wederzijdse handel maar 2
procent van het nationaal inkomen van het doelland bedraagt, slinkt de
slagingskans naar 20 procent.
Dictatuur vs democratie
Hoe sneller en eensgezinder de internationale gemeenschap overgaat tot een
boycot, des groter de kans dat de actie resultaat oplevert. Wanneer het lang
duurt om te besluiten een sanctie op te leggen, heeft een land immers meer
tijd om zich voor te bereiden op de maatregelen.
Tot slot hebben sancties over het algemeen meer effect op democratische landen
dan op dictaturen. Als voorbeeld haalt Bergeijk de sancties tegen Irak aan
toen Saddam Hoessein daar nog de scepter zwaaide. Economisch gezien zat de
olieboycot prima in elkaar: hij was snel en eensgezind ingevoerd en trof
Hoessein flink in zijn portemonnee. De dictator trok zich er echter niets
van aan. De kans dat een sanctie slaagt tegen een democratisch land is twee
keer groter dan tegen een dictatuur.
Hierin zit hem ook het pijnpunt met betrekking tot sancties tegen Iran en
Syrië. De Syrische president Assad heeft laten zien dat hij zich niet al te
veel bekommert om het welbevinden van zijn bevolking. En ook het Iraanse
regime houdt de poot stijf.
Syrië en Iran
Sinds september vorig jaar kan president Assad zijn olie niet meer kwijt aan
Europa vanwege een boycot. Ook de Verenigde Staten gingen overigens over tot
een boycot. Aan de eerste voorwaarde van voldoende wederzijdse handel wordt
zodoende wel voldaan, want de export van olie naar met name Europa is een
belangrijke inkomstenbron voor Assad.
Helaas doen vele andere belangrijke landen niet mee met de boycot. Volgens experts in The New York Times is het slechts een kwestie van tijd voordat Syrië nieuwe kopers heeft voor zijn olie.
Wat betreft de olieboycot van Iran is het eveneens de vraag wie de langste
adem heeft. Eind juni moet een Europese boycot van Iraanse olie effectief
worden. Aanstaande vriijdag gaat de Amerikaanse president Obama naar
verwachting akkoord met een reeks maatregelen die de Iraanse centrale bank
raken. De centrale bank van Iran vervult een belangrijke rol bij het
afwikkelen van de Iraanse olieverkopen.
Probleem voor Europa en de VS is dat opkomende landen als India en China niet
meedoen aan de Iraanse boycot. Onderzoeksbureau Rhodium geeft tegenover
zakenkrant The Wall Street Journal aan, dat Iran dalende verkopen deels kan compenseren
doordat het profiteert van de hogere olieprijs.
Rhodium schat dat Iran 1,4 miiljard dollar tot 3,9 miljard dollar per maand
minder inkomsten krijgt door de sancties. Dat komt op jaarbasis neer op
pakweg vier procent lagere inkomsten uit olie en gas, dan in een scenario
zonder sancties. Pijnlijk, maar niet meteen onoverkomelijk.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl